De basiliek van San Nicola is een populair bedevaartsoord, wat getuigt van veel genegenheid voor de heilige Sint Nicolaas. Een bisschop uit Myra (Turkije) die herinnerd wordt om zijn vrijgevigheid tegenover armen en behoeftigen. In 1951 werd de basiliek toevertrouwd aan de Dominicaanse Orde, die nog steeds dienst doet met bijzondere aandacht voor oecumenische aspecten.
De kerk bevindt zich op korte afstand van de zee en is gewijd aan de beschermheilige van de stad. De bouw ervan begon met de Noormannen in 1089 en eindigde in 1197. De reden voor de bouw was het bewaken van de relikwieën van St. Nicola, die vanuit Myra naar Bari werden gebracht.
Geschiedenis
De kerk werd gebouwd tussen 1087 en 1197 in drie opeenvolgende fasen en is een beroemd voorbeeld van romaanse Apulische architectuur. De bouw van de basiliek is gelieerd aan de relikwieën van Sint Nicolaas die voor een aanzienlijk deel door zeelieden uit Bari werden gestolen uit de stad Myra.
De relieken werden tijdelijk ondergebracht in het klooster van Sint Benedictus, dat in handen was van abt Elias. Deze joeg de bouw van een grote nieuwe kerk aan om ze hier in onder te brengen. Op de plek die hiervoor werd gekozen, stond tot enkele jaren eerder het paleis van de Byzantijnse gouverneur. In 1089 werden de relieken overgebracht naar de crypte van de basiliek door paus Urbanus II, die speciaal voor dit doel naar Bari was gekomen.
Voorgevel
De majestueuze voorgevel is een driedelige constructie met pilasters, bekroond met kleine bogen. De gevel wordt geflankeerd door twee klokkentorens met twee pilaren. In de 15e eeuw zijn aan het schip drie dwarsbogen toegevoegd na een aardbeving die het gebouw onveilig had gemaakt.
Interieur van de basiliek
Het plafond is gebeeldhouwd en verguld, vergezeld van geschilderde panelen uit de 17e eeuw. Drie bogen op sierlijke zuilen scheiden het schip van het priesterkoor. Opvallend is de vloer met marmeren inlegwerk en oosterse motieven uit de eerste decennia van de 12e eeuw, samen met de marmeren bisschopsstoel uit 1105 en ook het monument van Bona Sforza, koningin van Polen.
In het altaar bevindt zich een drieluik van Andrea Rizo da Candia uit de 15e eeuw. In de muur erachter zijn verschillende resten van 14e-eeuwse fresco’s. Rechts staat het rijke altaar van Sint Nicolaas. Interessant om even te gaan bekijken zijn de bakstenen met Arabische inscripties in de zijmuren. Je ziet hier oog in oog met overblijfselen van een eerdere constructie uit het Arabische emiraat Bari.
Ciborium
Het ciborium boven het altaar, daterend uit de periode voor 1150, is het oudste in Apulië. Vier zuilen van oud marmer ondersteunen het baldakijn. In het uitgebreide ontwerp is een Romeins motief verwerkt, waarmee expliciet wordt verwezen naar het classicisme. Prachtig zijn de kapitelen die de zuilen uit het derde decennium van de 12e eeuw afsluiten.
Crypte
Twee trappen aan het eind van de zijbeuken leiden naar de crypte, waar je het lichaam en relikwieën kunt bewonderen van Sint Nicolaas. Heb je niks met historische figuren, dan is een kijkje nog steeds de moeite waard vanwege de prachtige mozaïkvloer in de buurt van het altaar! Een van de zijschepen wordt tegenwoordig gebruikt voor de orthodoxe eredienst.